Rare kwasten
Het leek me leuk om mijn voorraad kwasten eens aan je voor te stellen. Mijn ‘stash’ zogezegd. Waar ik zuinig op ben en waarvan ik er een flink aantal al heel lang heb.
Toen ik eind jaren ‘90 de cursus ‘oude technieken’ deed, moest ik vanuit die opleiding een set kwasten en houtkammen aanschaffen. In deze opleiding hielden we ons vooral bezig met hout- en marmerimitaties en hiervoor had je allerlei speciaal gereedschap nodig. Toen ik mijn pakket met kwasten in ontvangst nam was ik de koning te rijk. Ik was sowieso dol op alles wat met die oude schildertechnieken te maken had; de eigengemaakte glaceermengsels, het schilderlokaal, de geur van olieverf, terpentijn en lijnolie en vooral dus die mooie kwasten. Ze waren duur en ons werd ingeprent dat we er maar beter heel zuinig op konden zijn. Mijn docent vertelde dat een meesterschilder zijn leven lang met dezelfde kwasten deed. Natuurlijk besloot ik direct om dat voorbeeld te volgen. En dat lukt aardig; al die kwasten heb ik tot op de dag van vandaag.
Mijn spalter van toen. Een spalter is een (varkensharen) platte kwast die bij allerlei technieken word gebruikt. Wij werkten destijds voornamelijk met olie- en terpentinegedragen verf. Tegenwoordig zijn er geweldige alternatieven op waterbasis en is het gebruik van een varkensharen spalter niet altijd de beste keuze. Varkenshaar gaat dan krom staan. Voor watergedragen verf kun je daarom beter een synthetische kwast gebruiken.
Dit is mijn set met stalen houtkammen. Deze houtkammen worden gebruikt bij de houtimitaties en zijn alleen geschikt voor de olie gebaseerde glaceermengsels (anders gaan ze roesten).
Deze hartvlammers (houtnervers) en houtkammen van rubber zijn wel geschikt voor verf op waterbasis. Met een hartvlammer (foto hieronder) kun je een simpele snelle houtimitatie te maken.
Hierboven zie je een slechtkwast. Om kwaststrepen te verzachten. En hieronder twee daskwasten.
Met een daskwast kun je kleurpartijen in glaceerlagen prachtig vloeiend in elkaar laten overlopen. Ideaal voor marmerimitaties of mooie wolkenluchten. De daskwast dankt zijn naam aan het feit dat deze kwasten van oudsher van dassenhaar werden gemaakt. De daskwasten op de foto zijn niet van dassenhaar. De linker kwast is van synthetisch, dus imitatie dassenhaar. De rechterkwast is van varkenshaar.
Zijn het geen beauties?
Dit is een zwaardpenseel. Dit is geloof ik mijn duurste aanschaf geweest, althans in verhouding tot het formaat. Het is namelijk maar een heel klein penseeltje van eekhoornhaar, dat schuin gesneden in een punt uitloopt. Als het penseel nat is, is de punt haarscherp. Hiermee kun je heel mooi de aders en fijne lijntjes in bijvoorbeeld een marmerimitatie zetten.
Hierboven zie je een van de oefenpanelen die ik destijds maakte. Inmiddels maak ik nog nauwelijks hout- en marmerimitaties. In de tijd dat ik deze opleiding deed was het erg in de mode om bijvoorbeeld een tafelblad of het blad van een dressoir van een marmerimitatie te voorzien. Of pilaren, potten, lambriseringen, vloerdelen, etc. Nu is dat niet meer zo gewild. De Siena kleuren, zoals ik in het marmer-effect hierboven heb gebruikt, zijn op dit moment ook helemaal niet populair. Maar wie weet; heel veel dingen komen op een bepaald moment weer terug in de mode.
Een partij gewone kwasten mag natuurlijk ook niet ontbreken. Evenals penselen van allerlei breedtes en lengtes. Voor het werken met watergedragen producten (zoals krijtverf) kies ik bij voorkeur voor synthetische kwasten.
Hierboven een gegolfde spalter. En hieronder een stel klopkwasten.
Klopkwasten worden ook wel sleepkwasten genoemd. De Engelsen noemen dit een ‘flogger’. Door met de kwast een snelle, kloppende beweging in een glaceerlaag te maken verzacht je strepen en ontstaat er een fijn generfd patroontje. Door ermee door een glaceerlaag te slepen, krijg je een mooi zacht streperig effect. Ook kun je nog recht met de haren naar beneden tamponneren, zodat de haren alle kanten uit gaan staan, waardoor een willekeurig patroon ontstaat. Bijvoorbeeld om een ‘Clair Bois’ (hout) effect te maken.
Hierboven zie je een tamponneerborstel. Te gebruiken om op grote oppervlakken (bijvoorbeeld een muur) kwaststrepen en kleurvlakken in een glaceerlaag te verzachten. Er ontstaan dan kleine puntjes. De Engelsen noemen dit een ‘stippler’ of ‘stipple brush’.
Dit rare apparaat is een tikroller. De kop bestaat uit losse metalen schijfjes met inkepingen, naast elkaar op een roller. Hiermee kun je een willekeurig onderbroken nerfpatroon maken.
Een messing draadborstel. Die gebruik ik om houtnerven open te borstelen, bijvoorbeeld voordat ik het hout ga bewerken met kalkwas. Of om het gewoon een oude look te geven. Een messingborstel is zachter dan een staalborstel en heeft gekrulde draden.
Sponzen zijn op allerlei manieren te gebruiken. Het zogenaamde ‘op- en afsponzen’ uit de jaren ‘90 is niet meer echt hip, maar de spons komt nog steeds heel goed van pas bij allerlei effecten. Bijvoorbeeld bij de betonlook of armeluisziver imitatie. Trouwens, even tussendoor. In de tijd dat het sponzen wél hip was, werd het vaak op een gruwelijk lelijke manier toegepast. Iedereen sponsde gewoon rechtstreeks de onverdunde verf op een muur, wat een ontzettend druk hysterisch effect gaf. Aaaarg! Tenenkrommend lelijk. Niet doen hoor!
De manier om het goed te doen is door een glaceerlaag te deppen met een natte spons (afsponzen) of je brengt kleur aan met een in glaceerverf gedepte spons (opsponzen). Hierbij gebruik je tinten die dicht bij elkaar liggen. Dan krijg je een subtiel effect. Heel wat beter dan die psychedelische sponstechniek.
Dit is beter. Ton sur ton en subtiel.
Mijn veelgebruikte spalters in allerlei maten. De spalters gebruik ik voor van alles en nog wat. Vooral snelle klusjes, vernis of glaceerlagen of krijtverf. Voor het aanbrengen van krijtverf gebruik ik een spalter als ik het allemaal niet te strak en glad wil hebben. Je krijgt er een wat streperiger effect mee. Ze zijn niet duur, dus het is altijd handig om er een voorraadje van in huis te hebben.
Tot slot nog deze brave jongen. Een stoffer. Bijvoorbeeld om schuurstof af te vegen. Maar eerlijk gezegd ben ik meestal te laks om hem hiervoor te pakken. Ik blaas stof weg en veeg het met een stuk vochtig keukenpapier of pluisvrije doek af. Alleen voor heel delicaat werk gebruik ik een stoffer en pak dan zelfs een stukje kleefdoek (een soort kleverig doekje waarmee je ieder spoortje stof weg krijgt). Ik hoop dat jullie het leuk vonden om even kennis te maken 🙂